De maan

Een verhaal van cursiste Chris Huybrechts

 
 
Chris Huybrechts (41), cursiste van de cursus Korte Verhalen Schrijven, wilde al langer een schrijfcursus volgen. Het lezen van de boeken van Dirk Bracke inspireerde haar. Daarom besloot ze om zelf met een cursus te starten. Als huiswerk voor de cursus schreef ze een verhaal voor kinderen van 3 tot 6 jaar. Haar verhaal, genaamd De maan, lees je hieronder. 

 
Er is een jongen. Zijn naam is Tor. Tor houdt van de maan. Hij wil heel graag naar de maan. Maar de maan is ver. Tor heeft tijd en denkt na hoe hij naar de maan kan. Hij heeft een plan. Met een lege rol WC papier kan hij een raket maken. Eén rol is niet genoeg. Hij heeft er meer nodig. Hij denkt wel tien. In huis vindt hij 2 lege rollen. Hij heeft er meer nodig. Dan moet hij wachten tot er een rol leeg is. Dat duurt lang.

Maar Tor is slim en gaat naar de buurman. De buurman heet Nic. Nic heeft vast ook een lege rol. Nic is niet thuis. Dan heeft Tor een idee. Iets verder in de straat is een rusthuis. Daar wonen oude mensen. Ze wonen samen in een groot huis. Ze drinken koffie en eten taart. Dat weet hij want op weg naar school wandelt hij er vaak langs met mama. Af en toe zwaait er iemand.
 

 
Mama zegt dat je vaak naar de WC moet als je veel koffie drinkt en taart eet. Dus is er veel WC papier nodig. Tor gaat naar het rusthuis. De deur gaat vanzelf open. Hij kan zomaar naar binnen stappen. Een oude meneer zit in een zetel. Hij kijkt droevig. Tor weet niet wat te doen. Hij kijkt rond en zoekt een blij gezicht aan wie hij iets kan vragen.

Maar hij ziet alleen de oude man en ook een bordje met een WC op. Zou hij het bordje volgen? De oude man kijkt naar Tor. Hij zegt iets. Tor hoort niet wat de man zegt en hij gaat een beetje dichter staan. Nu hoort hij de man wel. Dag jongen zegt de oude man. Wie ben jij?

Tor schrikt maar voelt zich ook dapper. Hij wil naar de maan en heeft lege WC rollen nodig om een raket te bouwen. Dan kan hij toch ook op deze vraag iets zeggen. Dat is precies wat hij zegt. Ik ben Tor. Ik wil naar de maan. Maar de maan is ver. Ik wil een raket bouwen met lege WC rollen. Thuis heb ik er maar 2. Dat is niet genoeg.

De oude man kijkt niet meer droevig. Zijn ogen krijgen lichtjes en zijn mond krult. Tor zegt hij. Ik ben Jaak en ga je helpen. Ik ben op de maan geweest en ik weet precies hoe je een raket kan bouwen. Twee lege WC rollen is niet genoeg. We hebben er zeker 10 nodig. Jaak staat op. Samen met Tor gaat hij naar de WC.

Daar vinden ze 2 lege rollen. 1 is bijna op. Die kunnen ze nog niet pakken. Boven is nog een WC en daar vinden ze nog 1 rol. Ze hebben er nu samen 5. Dat is nog niet genoeg. De oude mensen moeten meer koffie drinken en taart eten. Morgen is Vicky jarig zegt Jaak. Vicky wordt 90 jaar. We geven een groot feest voor Vicky. We maken een grote taart voor alle oude mensen in het huis en maken heel veel koffie. Dat is een goed plan vindt Tor.

De volgende dag is het zover. Het rusthuis is mooi versierd. Er zijn slingers in alle kleuren. De bakker heeft een grote taart gebracht. Er staan veel kaarsen op. Vicky heeft een mooi kleed aan. De muziek staat luid en alle oude mensen zijn in de grote zaal. Er wordt gedanst. Ze krijgen allen een groot stuk taart en veel koffie. Tor is blij. Jaak is blij.

Af en toe gaat Tor naar de WC en neemt een lege rol WC papier. Tegen de avond heeft hij er 4. Nu heeft hij er samen 9. Nog 1 rol is er nodig. Nu is de buurman wel thuis. Tor belt aan en Nic heeft ook 1 rol. Hoera, nu kan hij een raket maken!

Hij zoekt lijm en plakt alle rollen aan elkaar. Dat schiet goed op. Vooraan komt een punt. Tor knipt een rol open en plooit het zo dat het een punt vormt. Die plakt hij vooraan. Aan de staart van de raket komen 3 rechte stroken. Zo, de raket is klaar.

Tor gaat naar Jaak om de raket te laten zien. Jaak is heel trots. En nu nog schilderen, zegt hij. Tor kiest voor rood. Want rood is een snelle kleur. De wagen van de brandweer is ook rood en die gaat heel snel. En dan is het zover. Tor kan naar de maan.

De raket staat klaar op het plein voor het rusthuis. Mama en Nic zijn er ook. Jaak en Vicky staan binnen en kijken door het raam. Ze zwaaien. Dag zegt mama. En dan vertrekt Tor. Er komt vuur uit de raket en hij vliegt recht omhoog. Tor is dolblij en de raket is heel snel. Tor kijkt uit het raam en vliegt door de wolken.

Dan wordt het zwart. Hij vliegt langs de sterren. De maan is nu niet meer ver. Mama heeft een koek in zijn rugzak gestopt. Tor heeft honger en is blij dat mama daar aan dacht. Er zit zelfs een busje sap in de rugzak. Die mama toch. Zijn buik is weer vol.
 

Tor kijkt nog eens uit het raam en ja hoor, de maan is nu vlakbij. De raket landt op de maan. Dat ging goed. Tor stapt uit. De maan is geel en warm. Tor zakt een beetje in de maan bij elke stap. Dat is grappig. Het lijkt op gele warme blubber.

Tor stapt verder. Er zijn nog putjes. Er is nog iemand op de maan. Tor volgt de putten in de warme gele blubber. Dan komt hij bij een groot gat. Er zit iemand in. Het is een schildpad. Hij ligt in de put in de gele warme blubber. De schildpad is blij.

Hallo zegt Tor. Wie ben jij? Koekoek, zegt de schildpad. Ik ben Lucy. Lucy houdt van een warm bad. Daarom ligt ze zalig in de put. Tor wil ook in de put. Hij stapt in het rond en zakt een beetje dieper. Zo komt hij naast Lucy in de put. Ze liggen op hun rug en kijken naar de zwarte lucht. Het is mooi. Net zoals hij dacht dat de maan zou zijn.

Lucy woont op de maan. Na hun warme bad laat ze haar huis zien. Het is niet groot. Maar dat is niet erg. Ze is niet vaak in het huis. Meestal ligt ze in een put in de warme gele blubber. Af en toe komt er bezoek. Net zoals Tor nu. Er komen jonge en oude mensen en soms ook dieren. Heel af en toe komen er wezens van een andere planeet. Die zien er gek uit. Ze hebben dan maar één oog of geen voeten of een rare bult op hun hoofd.

Tor en Lucy stappen verder. Aan de andere kant van de maan staat een grote schommel. Dit stuk van de maan kan je niet zien vanop de aarde. Op de schommel zijn 5 zitjes. Ze kruipen er beide op. Het gaat zo hard dat ze kriebels krijgen in hun buik en moeten er heel hard om lachen.

Naast de schommel staat een kist die mooi versierd is. Daarin zitten snoepjes, koeken en sapjes. Lucy zegt dat de kist altijd vol is. Dan is het tijd om weer naar huis te vliegen. Tor geeft Lucy een dikke knuffel.

Hij weet nu dat er altijd een plekje is waar hij naartoe kan vliegen. Waar het grappig is om te stappen in de blubber, waar je een badje kan nemen en naar de zwarte lucht kan kijken. Waar ook Lucy woont met wie je kan praten. Misschien kom je ook wel eens iemand anders tegen? Je hebt er plezier op de schommel en je kan er je buikje rond snoepen.

De raket vertrekt weer en landt terug op het pleintje voor het rusthuis. Jaak zit voor het raam en ziet de lichtjes branden in Tors ogen. Hij weet dat Tor een mooie reis heeft gehad. Thuis wacht mama op hem. Ze is heel blij dat ze Tor ziet en dat hij maan heeft gezien. Want we willen allen een plekje om even alleen naar toe te gaan, al is het in onze dromen.

Wil jij ook verhalen leren schrijven zoals Chris? Bekijk dan snel de cursus Korte Verhalen Schrijven.
Vraag een gratis proefles aan of schrijf je direct in. Dit is jouw tijd!

Bekijk de cursus! »